Crisis komt uit de oude Griekse taal en betekent letterlijk ‘een beslissende periode van inkeer.’ Een crisis in de oudheid was nodig om uit een vast stramien te komen en vanuit nieuwe inzichten het op een andere manier te gaan doen. Of het nu oorlog voeren was, politiek bedrijven of geld verdienen. Anno 2022 hebben we crises te over: een geopolitieke crisis, een stikstofcrisis, een klimaatcrisis, een migratiecrisis, een woningcrisis, een coronacrisis, een culturele crisis en last but not least een energiecrisis.
In de pre-crisis jaren hadden we deze crises al in de verte kunnen zien aankomen. In 2014 viel agressor Rusland de Oekraïense Krim binnen. In 2015 werd een groot klimaatakkoord in Parijs gesloten met een alarmerende boodschap. Toch bleven we goedkoop gas kopen van de Russische beer en was de duurzame agenda vooral de thuishaven van NGO’s. Waarom? Omdat we geen pijn voelden. Nu een veelkoppig monster de headlines bepaalt is er pijn. Veel pijn. En pijn brengt alles wat we qua goede bedoelingen in een la hadden gestopt boven tafel.
Op verpakkingsgebied worden deze crises een zegen voor de transitie naar een circulaire economie. Denk aan vervanging van samengestelde niet te recyclen verpakkingen door te recyclen mono verpakkingen. Of dikkere verpakkingen vervangen door een flexibele dunnere versie. Allemaal bestaande innovaties, maar wachtend in de la omdat eenmalige verpakking te ‘goedkoop’ was. Nu is er de pijn van stijgende energieprijzen en een dalend aanbod van grondstoffen. De cosmetische omverpakking verdwijnt. Overmatige dikke verpakkingen kunnen met nieuwere grondstoffen vervangen worden door een dunner materiaal.
Voedingsconcern HAK bijvoorbeeld is volop met deze transitie bezig. In 2015 introduceerde zij groenten en peulvruchten in stazak; gezonde gemaksoplossingen die een nieuwe consument aanspreken. Een groot voordeel is dat bij de productie van de stazak minder energie wordt gebruikt, waardoor ook de CO2 uitstoot vermindert. Deze verpakking reduceert de transportkosten door het lagere gewicht en geeft meer efficiënte benutting van de ruimte in alle fasen van de LCA. De stazak werd geïntroduceerd in aluminium, daarna werd de footprint verder verkleind door over te gaan naar kunststof en het gewicht van de verpakking te reduceren. De ontwikkeling is nog niet klaar, de volgende stap moet zijn dat deze verpakking ook beter recyclebaar wordt doordat deze nog slechts van 1 type kunststof wordt geproduceerd zonder daarbij houdbaarheid te verkorten (want voedselverspilling zou verduurzaming juist weer in de weg staan).
Hergebruik wordt herontdekt. Tot nu toe bepalen eindige grondstoffen een groot deel van de duurzaamheid en zeker in deze tijd ook een groot deel van de kostprijs. Een crisis echter geeft genoeg pijn om echt te veranderen. Denken we aan de glazen potten, die na geleegd te zijn weer ingezet kunnen worden als drinkglas. Denken we aan de nieuwe grondstoffen die met gemak vervangen kunnen worden door een materiaal dat een tweede of derde leven heeft gekregen. Het is de nieuwe economische duurzaamheid, waarbij met minder eindige grondstoffen eenzelfde functionaliteit wordt gerealiseerd.
Deze kijk op verpakken moet ook actief gecommuniceerd worden naar de gebruiker; de consument. Zie de verandering ook als een kans om deze consument mee te nemen in zijn of haar keuze. Zo wordt energiebesparing een marketing instrument dat samen met de verpakkingskundige zijn invulling krijgt. Het is een positief verhaal, waarbij de hele keten gaat bijdragen op weg naar een economie, die minder energie en minder grondstof verbruikt. De crisistijd biedt dus ongekende kansen!
Vereniging Nederlandse Verpakkingskundigen
Jan Wessemius